De grens tussen zzp en loondienst: wat verandert er met de Wet VBAR?
- Alpha uitzendbureau

- 21 okt
- 3 minuten om te lezen
De discussie over de positie van zzp’ers is al jaren gaande, maar in 2026 komt er eindelijk duidelijkheid. De nieuwe Wet VBAR — voluit Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden — moet de scheidslijn tussen zelfstandigheid en loondienst helder trekken. Het doel is om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en de balans op de arbeidsmarkt te herstellen.
Maar wat verandert er precies? En hoe kunnen zzp’ers én opdrachtgevers zich voorbereiden op deze nieuwe wetgeving?

Waarom de wet VBAR er komt
De afgelopen jaren is het aantal zzp’ers in Nederland sterk gestegen. Volgens het CBS telt Nederland inmiddels ruim 1,2 miljoen zelfstandigen zonder personeel. Deze groei heeft voordelen, zoals flexibiliteit en ondernemerschap, maar er zijn ook zorgen over schijnzelfstandigheid: situaties waarin iemand officieel zzp’er is, maar in de praktijk werkt als werknemer.
De overheid wil met de Wet VBAR meer duidelijkheid scheppen en oneerlijke concurrentie voorkomen. Ook moet de wet ervoor zorgen dat zzp’ers die feitelijk in loondienst werken dezelfde bescherming en rechten krijgen als werknemers.
Wat verandert er concreet?
De Wet VBAR introduceert duidelijkere criteria voor het onderscheid tussen zzp’er en werknemer. De Belastingdienst en de rechter kijken daarbij vooral naar de feitelijke werksituatie, niet alleen naar wat er in het contract staat.
Belangrijke elementen zijn:
de mate van gezag: bepaalt de opdrachtgever hoe, waar en wanneer het werk wordt uitgevoerd, dan is er al snel sprake van een dienstverband;
de inbedding in de organisatie: werkt iemand structureel mee binnen het team, gebruikt hij bedrijfsapparatuur of volgt hij interne regels, dan ligt loondienst voor de hand;
de ondernemersrisico’s: loopt iemand financieel risico, heeft hij meerdere opdrachtgevers en werkt hij met eigen middelen, dan duidt dat juist op zelfstandigheid.
Daarnaast komt er een rechtsvermoeden van werknemerschap voor zelfstandigen die minder dan 32 tot 36 euro per uur verdienen. Zij mogen straks eenvoudiger stellen dat er sprake is van een dienstverband, tenzij de opdrachtgever kan aantonen dat de samenwerking écht ondernemend is.
Handhaving en overgangsperiode
Vanaf 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst weer actief op schijnzelfstandigheid. Tot die tijd gold er een zogenoemd handhavingsmoratorium, waardoor er nauwelijks boetes of naheffingen werden opgelegd. Met de komst van de Wet VBAR zal die periode definitief voorbij zijn.
De overheid heeft aangekondigd dat er een overgangsperiode komt, waarin opdrachtgevers tijd krijgen om hun samenwerkingen opnieuw te beoordelen en aan te passen. Maar vanaf 2026 zal de handhaving volledig worden doorgezet.
Wat betekent dit voor opdrachtgevers?
Voor opdrachtgevers wordt het belangrijker dan ooit om hun samenwerkingen met zzp’ers goed vast te leggen én te toetsen aan de praktijk. Contracten alleen zijn niet genoeg. Bedrijven moeten kunnen aantonen dat de zelfstandige daadwerkelijk zelfstandig werkt — bijvoorbeeld doordat hij zijn eigen werktijden bepaalt, met eigen middelen werkt en meerdere klanten heeft.
Het is verstandig om vóór 2026 een interne check te doen op alle zzp-constructies. Daarbij kun je gebruikmaken van hulpmiddelen zoals de webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie van de overheid. Ook kan het helpen om afspraken over zelfstandigheid zichtbaar te maken, bijvoorbeeld via een eigen website, KvK-profiel en portfolio van opdrachten.
Wat betekent dit voor zzp’ers?
Voor zzp’ers betekent de nieuwe wet dat zij beter moeten kunnen aantonen dat ze echt ondernemer zijn. Dat vraagt om duidelijke positionering: meerdere opdrachtgevers, eigen marketing, het dragen van risico’s en zelfstandige besluitvorming.
Een professionele online aanwezigheid — zoals een website, bedrijfsprofiel en eigen tarievenstructuur — kan daarbij helpen. Daarnaast is het verstandig om vaste afspraken over werktijden of werkplek te vermijden, zodat de samenwerking echt op zelfstandigheid blijft gebaseerd.
Conclusie: meer duidelijkheid, maar ook meer verantwoordelijkheid
De Wet VBAR brengt eindelijk duidelijkheid in de discussie over zelfstandigheid. Voor zowel zzp’ers als opdrachtgevers betekent dit dat er meer verantwoordelijkheid komt om de samenwerking eerlijk en transparant vorm te geven.
Schijnzelfstandigheid wordt strenger aangepakt, maar voor echte ondernemers verandert er vooral dat hun positie duidelijker en eerlijker wordt. De komende maanden zijn cruciaal om goed voorbereid te zijn, zodat 2026 geen verrassingen brengt.
Belangrijkste bronnen
Rijksoverheid – Wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (Wet VBAR)
CBS – Aantal zelfstandigen zonder personeel in Nederland (2025)
Belastingdienst – Beoordeling arbeidsrelatie en handhaving schijnzelfstandigheid vanaf 2025
Kamer van Koophandel – Zelfstandig ondernemen: bewijs van ondernemerschap en praktijkrichtlijnen




